Liefde van Oer

Tussen Arnhem en Nijmegen wordt veel gebouwd. Heel veel zelfs. Gelukkig waren er mensen die tussen die huizen ook een park visualiseerden. Park Lingezegen.

En waar ik tijdens de aanleg best sceptisch was, maakt het me op een dag als vandaag blij om te kunnen wandelen in de onlangs opengestelde ‘wetlands’ rondom de Rijkerwoerdse Plassen.

Als ik er naartoe rijd, hoor ik op Radio 2 een zeventienjarige jongen een plaat aanvragen voor zijn moeder. Omdat zij hem de afgelopen vier jaar zo trouw gesteund heeft. Hij is ziek geweest. Acute leukemie. Er zijn mensen aan doodgegaan.

Ik hoor hoe hij zijn tranen wegslikt, en ook uitlegt waarom de plaat hem moed geeft: I won’t back down. De jongen ontroert me immens. Ik veeg mijn tranen weg als ik uit de auto stap.

Ik denk terug aan gisteren, toen ik een workshop over stervensbegeleiding deed. En aan eerdere sterfrituelen, die ik deed. Ik realiseer me -weer- dat afscheid nemen van mijn eigen leven ooit, ongetwijfeld makkelijker is dan het afscheid nemen van een stervend kind moet zijn. Dat kan niet anders dan een alles verwoestend en onverdraagbaar verdriet met zich meebrengen.

Een verdriet waar voor mij een gevoel aan vastzit, dat ik in een laatje in mijn lijf heb opgesloten. Het is een gevoel dat op een moment als zojuist het laatje op een kier duwt. Ik kijk het aan, en dan duw ik het laatje zachtjes maar resoluut weer dicht.

Er zijn mensen bij wie dat laatje is opengebroken. Met grof geweld. Toen hun kind overleed. Groot of klein. Voor die mensen organiseer ik, samen met een aantal andere mensen, op 9 december WereldLichtjesDag.

Het gevoel dat zij hebben, heeft een naam. De naam van hun overleden kind. Daaronder zit een universeel gevoel, waar ik vanmorgen over las in een prachtige column van Sander de Hosson. Over een groot kind dat stierf. En de oneindige liefde van ouders. Oerliefde noemt Sander het. Voor mij is het Liefde van Oer.

Rituelen van komen en gaan

Grote Zoon is gisteren twintig geworden. Zo’n dag brengt rituelen met zich mee. Slingers natuurlijk. Cadeaus, en taart. Voor mij is het ook altijd weer het moment om dat eerste fotoalbum uit de kast te halen en de herinneringen in te duiken.

Dit jaar misschien wel meer dan ooit. Want bij de herinneringen aan de geboortes van mijn kinderen zitten ook ervaringen met de dood. Al voelde dat toen niet zo. Maar nu ik steeds meer te weten kom over de voorchristelijke rituelen rondom sterven, dood en rouw in Noord West Europa (ik volg de opleiding Rouwvrouw) openbaart zich soms een nieuw en vaak een verdiepend bewustzijn.

Want alhoewel ik twee prachtige jongens heb gekregen die zich nu ontwikkelen tot mooie mannen, waren er ook heel verdrietige momenten in die tijd. Momenten waarop ik dacht dat het moederschap niet voor mij was weggelegd. Toen ik bloedend en met helse pijn in mijn buik, bij manlief achterop de fiets, in het donker op weg naar de vervangende huisarts moest bijvoorbeeld.

Ik weet nu dat er in zo’n situatie prachtige rituelen mogelijk zijn. Nee, ze hadden het zieltje dat mij verliet niet teruggebracht. Maar ze helpen het wel liefdevol naar een andere wereld. Als ik toen geweten had wat ik nu weet, had me dat ongetwijfeld troost gebracht. Rust. Geloof. Vertrouwen. Want dat is wat rituelen kunnen doen.